Boekennieuws.

Nieuws, reportages en achtergronden uit de wereld van het boek

archief

Brieven uit het exotische Oosten

Pim Wiersinga is in eerste instantie actief als schrijfdocent en schreef daarnaast een boek over het creatieve proces van de totstandkoming van romans. Als iemand wel weet hoe hij moeten schrijven, dan is hij het wel. Voor zijn debuut Honingvogels uit 1992 ontving hij de AKO Literatuurprijs, met Gracchanten uit 1995 werd hij nog vergeleken met Couperus. En nu is er dan Het paviljoen van de vergeten concubines, een historische briefroman die zich afspeelt in het China van 1792. De brieven zijn vooral geschreven door het hoofdpersonage, Vrouwe Cao, een tolk. Zij is gestraft nadat Macartney, een Britse gezant, weigerde de officiële groet te brengen aan de keizer (een kniebuiging), waarna het Chinese Rijk heeft laten weten niks meer met het botte Westen te maken willen hebben. En gezien Vrouwe Cao als tussenpersoon optrad, wordt de beschuldigende vinger naar haar gewezen. Vrouwe Cao schijnt af te stammen van een schrijver, Cao Xueqin, die in 1763 overleed. Xueqin schreef ooit het boek Droom van de Rode Kamer en deze wordt tijdens de gevangenschap van Vrouwe Cao uitgegeven. Het volk is er dol op, het Hof minder. De roman wakkert immers gevoelens van onvrede aan, waardoor een gespannen sfeer ontstaat onder het volk. In Het paviljoen van de vergeten concubines worden dus een paar verhalen verteld. Omdat het is geschreven als een briefroman lopen de verhalen door elkaar en is het voor de lezer regelmatig opletten geblazen om meteen alle namen, jaartallen en gebeurtenissen zo goed mogelijk van elkaar te scheiden. Dit kan soms erg vermoeiend werken en het gevaar is dat als de lezer even niet oplet, hij binnen de kortste keren de draad kwijtraakt. Naast deze verhalen komen eveneens historische feiten langs, zodat het oude China nog meer tot leven komt. Het maakt van de roman wel een stevige leestrip. Het sterkste element van het boek is dan ook vooral de stijl waarin het is geschreven. Het neigt naar het theatrale, maar Wiersinga hanteert met strakke hand een mooie, poëtische stijl met daarin veel beelden en metaforen. Het is soms of de vraag of men ook echt op een dergelijke wijze met elkaar communiceerde, esthetisch gezien is het erg knap gedaan. Het paviljoen van de vergeten concubines is een gedurfd boek dat niet voor iedereen is weggelegd, maar wegens zijn mooie taal toch aan te raden. Zeker lezers die geïnteresseerd zijn in Chinese geschiedenis zullen aan hun trekken komen.
Geschreven door Zadok Samson op 2015-01-29 20:38:21.