1 | Claudianus, Claudius |
Verzamelde gedichten | |
2 | Celan, Paul |
Gedichten | |
3 | Wolkers, Jan |
Turks fruit | |
4 | Alighieri, Dante |
De goddelijke komedie | |
5 | Reve, Gerard |
De avonden | |
6 | Palmen, Connie |
De wetten | |
7 | MacCheyne, Robert Murray |
Laat U met God verzoenen | |
8 | Tolstoi, Leo |
Anna Karenina | |
9 | Biesheuvel, J.M.A. |
In de bovenkooi | |
10 | Schmidt, Annie M.G. |
Pluk van de Petteflet |
Menno ter Braak (26 januari 1902-15 mei 1940)
Als geen ander wist Menno ter Braak de pen te hanteren. Of het nu ging om literair werk of een vlammend betoog, de woorden kwamen altijd soepel uit zijn pen. En dan te bedenken dat Ter Braak aanvankelijk geschiedenis had gestudeerd. Laten wij zijn leven eens onder de loep te nemen.
Menno ter Braak werd geboren op 26 januari 1902 te Eibergen. Hij liet zich tijdens zijn studie al gelden als hoeder van een belangrijke kunstvorm: film. Met de door hem en Joris Ivens opgerichte De Nederlandsche Filmliga pleitte hij ervoor de experimentele film een breder publiek te geven en dat publiek meteen maar te waarschuwen voor de ‘verdwazing’ die Hollywoodfilms veroorzaken. Dat in die periode ook zijn literaire ambitie begon te kriebelen blijkt: van 1924 tot 1925 was hij redacteur van Propria Cures en schreef hij filmrecensies voor dit studentenblad.
Daar bleef het niet bij. Hij wist zich gevreesd te maken als kunstrecensent bij het Haagse blad Het Vaderland, schreef korte verhalen en twee romans: Hampton Court in 1931 en Dr. Dumay verliest in 1933. Daarnaast was Ter Braak erg actief als essayist. Hij liet van zich horen via werken als Het carnaval des burgers. Een gelijkenis in gelijkenissen (1930), Afscheid van domineesland (1931) en Démasqué der Schoonheid (1932).
Als het om de kunsten ging, was Ter Braak van mening dat de persoonlijkheid van de kunstenaar een grote rol speelde in het werk en boven de vorm moest worden geplaatst. Deze mening stond op zeer gespannen voet met het idee van de Tachtigers dat de vorm juist boven de persoonlijkheid stond, en zette tevens de deuren open voor invloeden van buitenlandse literatuur. Vooral tegenover de Duitse literatuur stond Ter Braak erg positief en het was dan ook niet al te verrassend dat hij zich ontfermde over de literatuur van Duitse emigranten.
Het was eveneens Duitsland dat de ondergang van Ter Braak betekende. Hij zou al hebben besloten om een einde te maken aan zijn leven als Duitsland Nederland zou binnenvallen. Ter Braak voerde dat besluit uit toen hij zichzelf op 14 mei 1940 een dodelijke injectie gaf.
Reacties op "Menno ter Braak (26 januari 1902-15 mei 1940)"
No comments yet