Boekennieuws.

Nieuws, reportages en achtergronden uit de wereld van het boek

archief

In memoriam Ab van der Steur (1938 – 2012)

Onlangs overleed de bekende Haarlemse antiquaar, historicus en publicist Ab van der Steur aan alvleesklierkanker. Met zijn partner Theo Hopman leidde hij tientallen jaren een toonaangevend antiquariaat. Tot oktober werkte hij nog aan enkele publicaties. Ab van der Steur leek voorbestemd voor een andere carrière: hij was een telg uit de familie die het oudste modebedrijf in Nederland bezat. Toen hij daar nog werkte, roerde de historicus zich in Van der Steur: hij schreef een geschiedenis van de familiezaak, die Haarlemmers als Godfried Bomans en Lodewijk van Deyssel tot de clientèle mocht rekenen. In 1974 kon Van der Steur de voorraad van antiquaar Gerard Halwasser overnemen tegen een schappelijke prijs. De waarde van deze verzameling school in de onderwerpen: ook Van der Steur had grote belangstelling voor geschiedenis en genealogie. Dit was niet het enige motief. Over zijn drijfveren zei de antiquaar enkele jaren geleden tegen interviewer Van de Vrede: ‘Verzamelen is wel het kernwoord, denk ik.’ Die hartstocht spreekt vooral uit het antiquariaat zelf, maar ook uit de catalogi die hij samenstelde – collector’s items op zich. Letterkunde Uniek is de driedelige catalogus over de Nederlandse literatuur en lectuur gedrukt tussen 1700 en ca. 1880. Deze periode in de literatuurgeschiedenis is minder bekend dan de letterkunde sinds de Tachtigers en bevat vele, deels nog onontgonnen schatten. In de catalogus zijn vierduizend vermeldingen, variërend van anonieme pamfletten tot reeksen spectatoriale tijdschriften, die in hun tijd gretig aftrek vonden. Op de voorzijde van het derde deel prijken de portretten van auteurs als Geertruida Bosboom-Toussaint (historische romans), Jacob Campo Weyerman (een satiricus), Willem Bilderdijk, Hubert Poot (van ‘Hier ligt Poot,/hij is dood’) en Hendrik Tollens (de eerste dichter des vaderlands, roemrucht vanwege Wien Neerlandsch bloed in de aders vloeit,/Van vreemde smetten vrij...) Bijzonder is een catalogus over een genre dat maar heel kort heeft bestaan, vanwege de torenhoge productiekosten die het met zich meebracht. Niemand heeft bedoeld genre beter beschreven dan Van der Steur zelf: 'Eind jaren dertig verscheen bij Hutchinson in Londen een viertal detectives die geheel anders waren dan alles wat er tot dusver op dit gebied was gepubliceerd. Ze waren in de zogenaamde ‘dossiervorm’ uitgegeven en bestonden uit brieven, memoranda, verslagen, krantenknipsels en ‘originele’ bewijsstukken als foto’s, treinkaartjes, zakjes met bewijsmateriaal, etc. Aan het eind van het dossier was een verzegeld deel waarin de ontknoping werd meegedeeld en waarin de lezer kon controleren of hij zelf ook de juiste dader had aangewezen. De boeken waren zeer bewerkelijk voor de drukker: meerdere technieken, verschillende papiersoorten, geen katernen en paginering, veel handwerk voor het inplakken van zakjes, etc.' Het tekent de grootheid van Van der Steur dat de catalogus een complete beschrijving geeft van bloei en het verval van dit genre, terwijl hij niet al die titels in voorraad kon hebben. Geleerde De catalogi verraden tevens de geleerde die Van der Steur was. Een hoogtepunt in dit opzicht is catalogus nr. 34, getiteld Criminaliteit en Justitie. Dit boekwerk van 655 pagina’s beschrijft – soms heel uitvoerig – bijna 3500 publicaties vanaf circa 1600 tot het jaar 2000. Historici die zich toeleggen op heksenprocessen of veroordelingen inzake ‘sodomie’, zullen nauwelijks om deze catalogus heen kunnen – en zij zijn niet de enige. Toen het boekwerk ten doop werd gehouden, voorspelde de burgemeester van Haarlem dat velen die meer willen weten over politie en rechtspraak voor 2000 deze catalogus zullen raadplegen. Het ging ineens sneeuwen op 3 februari 2012; dit weerhield de vele belangstellenden er niet van om naar de Haarlemse Gravenzaal te komen. Na enkele andere sprekers kreeg Van der Steur het woord. Hij overhandigde het eerste exemplaar van Criminaliteit en Justitie aan de burgemeester. Hij had twee cadeautjes voor de stad Haarlem bij zich die betrekking hadden op het Haarlemse gemeenteraadslid jonkheer mr. Mozes Salvador (1813-1884), bij wie Van der Steur wat langer stilstond.. Voor een gemeenteraadslid in het midden van de negentiendeeeuw had Salvador zeer radicale standpunten. Hij rekende zich tot de ‘volksmannen’, belegde politieke bijeenkomsten en bepleitte openheid in de besluitvorming. Zijn motto luidde: “Niet om de personen behandel ik beginselen, maar om de beginselen moet ik personen behandelen.” Veel collega-raadsleden ervoeren hem als een querulant. Als Sefardische jood sloot Salvador zich aan bij de Waalse Gemeente; hij werd in datzelfde jaar (1853) ook lid van de Provinciale Staten. Als non-conformist in het statige Haarlem van toen bleef hij strijdbaar en ageerde hij tegen de ‘geldverkwisting’ van de stadsbestuurders. Zo kwam Salvador met velen in aanvaring. Na een handgemeen met mr. C.J. Enschedé werd hij tot een gevangenisstaf veroordeeld, en van 1855 tot 1859 had hij geen actief en passief kiesrecht. Als vermogend man bleef Mozes Salvador pamfletten uitgeven. Vereenzaamd overleed hij in 1884 in het gesticht Meer en Bosch te Bloemendaal. Verzamelen mag dan een kernwoord zijn geweest van Albert Gerard van der Steur, maar er was beslist meer dat hem dreef.
Geschreven door Pim Wiersinga op 2012-12-03 09:51:03.