Boekennieuws.

Nieuws, reportages en achtergronden uit de wereld van het boek

archief

Schrijven, het kan in de genen zitten

Bach, Bach, Bach, Bach en Bach. Natuurlijk is Johann Sebastian (1685-1750) de bekendste – en volgens veel liefhebbers van klassieke muziek zelfs de allergrootste componist. Maar vier van zijn zonen waren ook componist of musicus: Wilhelm Friedemann (1710-1784), Carl Philipp Emanuel (1714-1788), Johann Christoph Friedrich (1732-1795) en Johann Christian (1735-1782). Blijkbaar speelden de genen een rol bij de beroepskeuze binnen de familie Bach. Ongetwijfeld naast ‘het klimaat’ dat het gezinsleven bepaalde. Hoe zit dat bij schrijvers? Zijn er ook schrijvende broers en zussen, vaders en zonen of dochters, echtparen? Het antwoord is ja. Een kleine greep, nu de kerstdagen – het familiefeest bij uitstek – aanstaande zijn.   Mann We beginnen – in het voetspoor van de Bachs – in Duitsland. Veel lezers beschouwen Thomas Mann  (1875-1955) als een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw. Niet voor niets kreeg hij in 1929 de Nobelprijs voor de Literatuur. Zijn oudere broer Heinrich (1871-1950) kreeg dat niet voor elkaar, maar was zeker geen onbelangrijk schrijver. Hij schreef essays, novellen en romans, waarvan er in de jaren dertig en veertig ook enkele zijn uitgegeven door de Nederlandse uitgeverij Querido. Met tijdloze titels als Buddenbrooks, Dood in Venetië en De Toverberg is Thomas Mann nog altijd een veelgelezen auteur.   De Goncourt Nog twee schrijvende broers, maar dan in Frankrijk: Edmond de Goncourt (1822-1896) en Jules de Goncourt (1830-1870). Hun samenwerking was uniek. Edmond en Jules waren onafscheidelijk en publiceerden samen verscheidene werken. Nog altijd vermakelijk is hun Dagboek over het Parijse literaire leven. De broers hielden het vijfendertig jaar in het diepste geheim bij. Niemand – ook schrijvers als Flaubert en Zola niet – vermoedde dat Edmond en Jules na hun bezoeken, diners of salonbijeenkomsten een vaak zo genadeloos verslag schreven van alles wat ze hadden gehoord en gezien. Ze beschouwden hun Journal, Mémoires de la Vie Littéraire als hun belangrijkste werk, belangrijker dan hun romans en historische studies.   Nicci French Een heel andere familierelatie blijkt ook tot vruchtbare resultaten te leiden. Nicci Gerrard (1958) en Sean French (1959) zijn een Brits schrijversechtpaar. Onder de auteursnaam Nicci French zijn ze samen wereldberoemd geworden. Het echtpaar schreef in totaal vijftien psychologische thrillers en twee korte verhalen. Het eerste boek was Het geheugenspel (1997). Andere titels zijn Bezeten van mij, De rode kamer en Tot het voorbij is. De boeken van Nicci French beheersen al jaren de internationale bestsellerlijsten. In Nederland zijn er meer dan zes miljoen exemplaren verkocht. Opmerkelijk: Gerrard en French zijn een eenheid, maar ze schrijven altijd apart van elkaar. Sean schrijft in zijn schuurtje in de tuin, Nicci in haar studeerkamer. Een van beiden schrijft een hoofdstuk en de ander bewerkt dat vervolgens. Per e-mail gaat het daarna terug. Ze gaan door met het bewerken van de tekst totdat de persoonlijke stijlen zijn uitgewist en de ‘derde stem’ is ontstaan: de stem van Nicci French. Overigens hebben ze ook los van elkaar boeken geschreven.   Zwagerman Hoe zit het in Nederland? Joost Zwagerman (1963) is een bekende schrijver – hij heeft zelfs een Boekenweekgeschenk geschreven –, maar wist u dat er van zijn tien jaar jongere broer Alexander ook twee romans zijn verschenen? Het zijn De heilige geest en De weddenschap. Echt doorgebroken is Alexander Zwagerman niet. Zijn romanproductie kwam zeventien jaar geleden tot een (wie weet voorlopig) einde.   De Moor Moeder en dochter De Moor zijn beiden bekend bij het grote publiek. Margriet de Moor (1941) scoort al jaren met goedlopende titels als De Virtuoos, Kreutzersonate en De schilder en het meisje. Met Eerst grijs dan wit dan blauw won ze in 1992 de AKO Literatuurprijs. Haar dochter Marente de Moor (1972) wist dat succes in 2011 te kopiëren met de roman De Nederlandse maagd, haar debuut. Het is een unicum in het Nederlandse literaire wereldje.   Meijsing Doeschka Meijsing (1947-2012) won de AKO Literatuurprijs ook, met Over de liefde (2008). Met haar broer Geerten Meijsing (1950) – schrijver, vertaler en een van de oprichters van het Bob Evers Genootschap – schreef ze Moord & Doodslag (2005). Broer en zus in één kaft, dat was nog niet eerder vertoond in de Nederlandse literatuur.   Heerma van Voss Of de schrijvende broers Daan (1986) en Thomas (1990) Heerma van Voss nog eens zo’n project zullen beginnen, moeten we afwachten. De broers timmeren vooral apart van elkaar aan de weg, al geven ze soms wel een dubbelinterview af. Daan publiceerde al drie romans – zijn laatste is De vergeting (2013) – en zijn jongere broer debuteerde op 19-jarige leeftijd met De Allestafel. In 2013 verscheen de tweede roman, Stern, van de student Nederlands.     Brontë De voorlopige kampioenen – internationaal gezien – komen van de Britse eilanden. Drie op hoog niveau schrijvende zussen, dat komt nog het meest in de buurt van de muzikale familie Bach. Natuurlijk gaat het om Charlotte (1816-1855), Emily (1818-1848) en Anne (1820-1849) Brontë. Oud zijn de gezusters niet geworden, maar ze hebben in hun korte levens toch een oeuvre opgebouwd dat de tand des tijds zonder moeite kan weerstaan. Dat geldt in de eerste plaats voor de klassiekers Jane Eyre (1847, van Charlotte) en Wuthering Heights (eveneens 1847, van Emily, postuum verschenen onder redactie van Charlotte). De vader van de Brontë-zussen was een Ierse predikant. Blijkbaar wist hij een klimaat te scheppen dat uitnodigde tot schrijven, schrijven en nog eens schrijven.
Geschreven door Kees van Rixoort op 2013-12-16 09:12:50.